Nederlandse franciscanen in Shanxi, China (1870-1953)

Deze omvangrijke studie beschrijft de geschiedenis van 117 Nederlandse franciscanen-missionarissen in de ruige Chinese provincie Shanxi in de periode 1871–1954. Op basis van duizenden persoonlijke en officiële brieven en artikelen uit missietijdschriften reconstrueert het boek hun leven. Het behandelt onder meer de motieven om het avontuur aan te gaan; de botsing tussen strikte franciscaanse kloosterregels en de noodzaak tot aanpassing aan lokale omstandigheden; de complexe verhouding met de missiebeweging in Nederland en Europa en het chronische gebrek aan mensen en middelen. Daarnaast laat het zien hoe de missionarissen samenwerkten met Chinese christenen en priesters, en vanaf 1922 met Nederlandse zusters, en hoe zij het werk overdroegen aan de Chinese clerus. Ten slotte plaatst het boek dit alles in de bredere politieke en sociale context van Shanxi en China: hongersnoden, opiumproblematiek, gewelddadige conflicten en toenemende buitenlandse inmenging.